Waarom zeurt iedereen over betalingen?
06 augustus 2005
Hoek 1
Hij had er genoeg van, hij was moe, wilde opstappen. Loze kreten. Kees de Feijter bleef voorzitter van Hoek. Wel deed hij wat stappen terug om niet helemáál ’opgevreten’ te worden door die veeleisende club. Aan de vooravond van de ontmoeting in de eerste ronde van de Amstel Cup met eerste-divisionist Eindhoven, een gesprek met een man die een bloedhekel heeft aan het noemen van bedragen.
Als Kees de Feijter het gevoel heeft dat hij met de rug tegen de muur wordt gezet, slaat hij terug. „Vertel me dan maar eens. Waarom is Arjan Human naar ASWH vertrokken? En waarom verkast aan het einde van een seizoen een aantal Belgische spelers naar clubs in eigen land?“
„Dat zijn de jongens die opvallen. Het is niet alleen Hoek dat scout, ze doen het op dit niveau allemaal. En logisch toch. Waar moeten wij ze zoeken als ze in de eigen provincie nauwelijks te vinden zijn. Dan is België ons achterland...“
Dan, een verwijt. „Zeeuwse spelers gunnen zichzelf niet de tijd. Liever in het eerste elftal van een derdeklasser dan bij Hoek in het tweede. Die keuze kunnen wij niet beïnvloeden. We kunnen onze visie slechts duidelijk maken. Doen we ook. Maar het is lastig verkopen dat je ook bij een amateurclub moet investeren in je toekomst. Dat je bereid moet zijn een plaatsje in de luwte in te nemen voor je het echte podium op kunt lopen.“
Hij leunt achterover. Bril op, bril af. De begroting: om en nabij de 400.000 euro. En dan bestrijdt Kees de Feijter de suggestie dat Hoek heel wat meer zou doen dan de reglementen van de KNVB toelaten.
„De club betaalt een onkostenvergoeding zoals die is toegestaan. Meer niet.“
Zuiver
„Waarom zeurt trouwens iedereen over die betalingen? In elk gesprek is het een thema. Dat staat me tegen, het irriteert me zelfs. Het legt zo’n waas over de club. Terwijl we zuiver zijn, niets doen dat niet mag. Waar we sterk in zijn, is het secundaire veld om de club heen. We hebben een stichting die elk jaar de selectie samenstelt. Daar zitten sponsors in die een speler bijvoorbeeld aan werk kunnen helpen. Dat is een niet onbelangrijke factor in de beslissing om al dan niet voor Hoek te kiezen. De KNVB heeft dat niet verboden, je mag zo handelen.“
Het gesprek komt op Eric Tetaert. De Belgische trainer bracht plezier en vooral de motivatie terug. Hij voerde Hoek vorig seizoen, na een belabberde serie, naar een tweede plaats achter de latere landskampioen ASWH. „Twee gesprekken“, zegt De Feijter. „Je kent dat, het gevoel, dezelfde lijn. Ik had niet eerder van de man gehoord. Maar Gerrit Emans kwam hem via Trond Sollied (oud-trainer Club Brugge) op het spoor. Soms heb je weleens geluk.“
De voorzitter geeft vervolgens toe dat hij en zijn bestuur te lang zijn doorgegaan met Tetaerts voorganger Johan Ballegeer. „Makkelijk praten achteraf. We waren met Johan acht jaar eerder kampioen geworden. Dat blijft hangen, zo’n succes. Het seizoen 2003-2004 was ook aardig verlopen, vooral door de Amstel Cup. We kwamen ver, tot Almelo. We pakten wat euro’s waarmee we een loods konden bouwen. Maar ook dat seizoen al waren er signalen die ons aan het denken hadden moeten zetten. Dat is niet, of in elk geval onvoldoende, gebeurd.“
„We hebben het contract verlengd. Hadden we niet moeten doen. Ook in het belang van Johan Ballegeer zelf. De man was zo begaan met Hoek, zijn verwachtingspatroon was enorm en daardoor plaatste hij zichzelf onder een gigantisch grote druk. We waren er al vrij snel uit dat we zo niet verder konden. Maar we wilden niemand beschadigen. Toch, het moest, het kon niet anders. Je zag het afglijden, week na week.“
Misser
„We hebben de tijd genomen om te praten. Voor de buitenwacht bleven we vierkant achter de trainer staan. We vonden dat het zo hoorde. Door begrip voor elkaars situatie te kweken, hebben we het uiteindelijk met een onkostenvergoeding op kunnen lossen.“
Het verlengen van het contract met Ballegeer was een misser. Zoals ook het uitspreken van een levenslange schorsing voor een supporter die ver over de schreef ging, achteraf gezien een uiterst ongelukkige beslissing bleek. Het bestuur oogstte louter hoon met dat verdict. „Je mag best weten dat ik daar nachten van wakker heb gelegen. Maar voetbal is emotie. De naam van jouw club wordt bezoedeld. Dat pik je niet, je grijpt in.“
„Achteraf gezien hebben we ook dit verkeerd aangepakt. We hadden een schorsing voor onbepaalde tijd uit moeten spreken. Dan had ons de vrijheid gegeven om te zeggen: nu is het lang genoeg geweest. Je krijgt nog een kans. Na onze beslissing ’levenslang’ doken de media erop. Die jongens kregen aandacht. We kwamen onder druk en zijn gezwicht. Maar een fout toegeven is beter dan vasthouden aan een verkeerde beslissing.“
De Feijter heeft overigens niet alleen voor de club moeten beslissen. Er was dat memorabele moment waarop hij aankondigde het schip te verlaten. Was het te impulsief, was het ook een beslissing uit de reeks te gehaast en dus verkeerd? Hij lacht. „We hebben ook nog goede dingen gedaan bij Hoek. Want de club staat op de kaart. Iedereen kent ons, vele voetbalverenigingen zijn jaloers op wat wij gerealiseerd hebben. En dat met een begroting die veelal lager ligt dan bij andere clubs.“
Dwangmatig
En dan volgt het verhaal van de man die zich koesterde in de weldaad van een gulle sponsorcommissie. Die begaan was met nieuwe spelers, graag praatte en zich ingroef in technische plaatjes waar hij eigenlijk onvoldoende verstand van had. En toen was daar één van de meest dramatische momenten uit al de jaren Hoek die De Feijter nu op zijn naam heeft.
Voorzitter Roelof Ruules kwam te overlijden. „Ik werd benaderd om hem op te volgen. Nu kan ik zeggen dat het me heel wat moeite heeft gekost om in die rol te groeien. Ik kon mijn werk in de stichting namelijk niet loslaten. Ik wilde erbij betrokken blijven, ik zou, ik moest. Ja, haast dwangmatig. Hoek, Hoek en Hoek. Het werd me op een bepaald moment allemaal te veel. Conflicten, botsingen. Je kunt plots veel minder hebben van elkaar. In een emotionele bui heb ik aangekondigd te vertrekken. Een vorm van het uiten van teleurstelling was het.“
„Het werd me duidelijk dat ik afstand moest nemen van technische zaken binnen de stichting. Die stap terug heeft me heel veel moeite gekost. Ik zat al een jaar of veertien in de stichting, wat wil je dan. Niet dat ik me nu distantieer van het technische beleid. Verre van dat. Als voorzitter maak je wekelijks het technisch overleg mee. Maar een medebepalende factor hoor je daar niet in te zijn.“
Sprookje
Zo heeft Kees de Feijter langzaam zijn plaats gevonden. Minimaal twee jaar wil hij de club nog leiden. Wat daarna komt? „Weet je, dit is zo’n mooie vereniging. Natuurlijk, op dit niveau krijg je te maken met andere wetten, met mensen die belangrijk willen zijn of worden, met conflicten, met media. Maar dit sprookje duurt nu toch al heel wat jaren. En dat in een dorp dat bijna helemaal voetbal is geworden. Wie had dat pakweg twintig jaar geleden durven dromen? Toen was Hoek een straat waar je voorbij was als je op het gas duwde.“