Minnaert is een grensgeval
16 december 2003
Hoek 1
Thuis speelt hij voor huisvader, op het veld voor hangende spits, in zijn schaarse vrije uren voor bouwvakker en op het werk voor monteur. Marc Minnaert (27) is een veelzijdig mens. Hij is zijn hele leven al een grensgeval en kon zelfs niet kiezen of hij nou Nederlander wilde zijn of Belg. Daarom heeft Minnaert een dubbel paspoort. "Ik ben twee keer opgeroepen voor militaire dienst: eerst in Nederland, een jaar later in België."
De snelle rechterspits van Hoek, dat vanavond in Almelo de wedstrijd voor de Amstel Cup tegen Heracles speelt, leeft in twee werelden. In Nederland wordt hij voor Belg aangezien, in België is het andersom. "Mij maakt het niets uit", zegt Marc Minnaert. "Ik ben geboren en opgegroeid op de grens, nog net in Nederland, maar ik voel me ook een beetje Belg." "We woonden in Eede, drie kilometer buiten het dorp. En omdat het Belgische Sint Laureins nog iets dichterbij was, gingen we daar naar school. Met mijn neefje op de fiets, of als het slecht weer was, werden we gebracht. Steven de Croock, die nu ook bij Hoek speelt, komt ook uit Eede, maar die kende ik niet in die tijd. Hij woonde op het dorp zelf en ging daar naar school."
"Mijn vader was ook nog Belg, dus wij waren vanzelf al meer op België aangewezen." Nu woont Marc Minnaert (met vrouw en twee kleine kinderen) nog wel in Nederland. "Maar we verhuizen over een jaar naar België. Ik ben met mijn broer een huis aan het bouwen in Bentille."
Steenworp
Het is niet de eerste keer dat hij wegtrekt uit de streek waar hij opgroeide en waar zijn vader, moeder, ooms en tantes (`de Minnaerts`) nog altijd op een steenworp afstand van elkaar wonen. De streek net buiten Eede wordt in de volksmond De Biezen genoemd. Marc Minnaert is er één jaar weggeweest toen hij voor NAC speelde. "Ik heb een jaar op kamers gewoond in Breda, maar mijn contract liep na dat jaar af en werd niet verlengd." Hij was net twintig, in dat jaar bij NAC, een polderjongen in de stad. "Ik heb het achteraf niet goed gedaan, want ik had een manager moeten nemen die mijn zaken regelde. Dan had ik twee of drie jaar de kans gekregen om me aan te passen. Dat ene jaar was veel tekort." Het bleek ook een kansloze missie te zijn, want als jonge speler moest hij concurreren met gelouterde profs als Nico Jalink en Edwin Gorter. "Het is wel een mooie tijd geweest", zegt hij nu, acht jaar later. "Ik trok veel op met Barry van Galen en Yassine Abdellaoui, omdat die ook in Breda woonden. En we hadden veel vrije tijd. Wim Rijsbergen was trainer en wist al dat hij op het eind van het jaar weg moest. Hij vond één keer trainen per dag wel genoeg." "Ik had wel eens het gevoel dat zo`n profclub ook niet alles is. Bij Hoek gingen we in dat kampioensjaar voor elke thuiswedstrijd met z`n allen eten in de Braakman. Dat gebeurde bij NAC nooit. Je moest om zo laat spelen en om zo laat op het stadion zijn, dat was de hele voorbereiding."
Schakel
Toen al balanceerde Minnaert ook op het veld op de grens tussen aanval, middenveld en verdediging. Voor een trainer is hij de ideale schakel tussen de linies. In de laatste twee jaar Hoek, onder Angelo Nijskens, werd hij zelfs naar de linkerkant van het veld verbannen. "Ik voelde me daar niet thuis en ben er ook nooit gewend aan geraakt." Die twee mindere jaren heeft hij uitgewist. Zoals hij nu speelt, zit Minnaert weer dicht tegen het niveau aan van zijn beste jaren bij Hoek, vlak voordat hij door NAC werd ontdekt en in 1996 (met Hoek) het kampioenschap in de hoofdklasse had gehaald. Het gaat hem eindelijk weer voor de wind op de positie waar hij nu speelt, in een soort wisselwerking met Wesley de Smet of Thomas Ragut.
"Wat ik nog liever doe is net achter de diepste spits spelen. Zoals in Maldegem achter Rieno van Oost. Die hoefde alleen te scoren, ik zorgde voor de dreiging, trok de gaten en gaf de eindpass. Ik heb er dat jaar van de 28 die Rieno er maakte misschien wel vijftien klaargelegd."
Voor het eerst draaide Minnaert dat jaar weer een goed seizoen, na zijn vertek bij NAC en een slecht jaar bij Hoek. "Ik had een jaar alleen voor voetbal geleefd en moest daarna ineens weer werk gaan zoeken. En het wordt ook vaak overschat, zo`n uitstapje naar een profclub."
"Als je van NAC komt, wordt er al snel gedacht dat je makkelijk meekan met een hoofdklasser. Dat is al lang niet meer zo. Kieran O`Shea kwam van NAC 2 naar Hoek en stond er bijna nooit in. En Jean-Philip Becht staat bij Kloetinge ook maar in het tweede. Het kostte me even tijd om mijn draai weer te vinden na dat profjaar."
Tussenstop
Onder Johan Ballegeer kreeg hij bij Maldegem zijn zelfvertrouwen terug en later bloeide hij ook bij Zultse weer op. Het bleek maar een korte tussenstop in België, want Hoek deed Minnaert al snel weer een aanbieding. Twee jaar heeft hij onder Angelo Nijskens gespeeld, dit jaar kruist zijn vroegere trainer Ballegeer weer zijn weg.
"We hebben het beste elftal van al de jaren dat ik bij Hoek speel", vindt Minnaert. Dat is alleen op het veld, zoals zaterdag tegen Ter Leede, nog niet dikwijls te zien geweest. "Voor de beker hebben we twee keer goed gespeeld, in de competitie maar zelden. Ik kan het niet verklaren, maar weet wel waar we tekort schieten. Het duurt vaak te lang voordat de bal diep komt."
"De trainer heeft er al zo vaak op gewezen. We hebben met Human, De Croock en ik snelle jongens voorin om een tegenstander uit te spelen. En we spelen bijna elke week tegen een ploeg met grote, niet al te snelle verdedigers. Daar moeten we meer van profiteren. We spelen de bal te lang breed voordat de pass komt, omdat we veel spelers hebben die de bal graag zien." "Zo moet het vanavond tegen Heracles niet", beseft Minnaert, die zaterdag tegen Ter Leede ook geen beslissende rol kon spelen. "Maar Heracles is een wedstrijd die helemaal anders is. Daar kunnen we vrijuit spelen. We hoeven niet, zoals in de competitie, zelf het spel te maken. Want ook dat is vaak een probleem: de meeste ploegen zien ons als kanshebber voor de titel. Ze laten het initiatief aan ons over. Dat is bij Heracles niet nodig. Daar moeten we alleen zorgen dat ze ons niet wegspelen. Als wij een topdag hebben, geef ik ons zelfs een kansje om te winnen."