Kloetinge en SSV’65 zien fusie wel zitten

23 december 2006
Overige
De ene club staat op de elfde plaats, de andere club is rode-lantaarndrager. Kloetinge en SSV’65 lijden dit seizoen een marginaal bestaan in de hoofdklasse B van het zaterdagvoetbal. Als het aan Aad van Wijnen en Cor Klos ligt, komt daar verandering in. De twee weldoeners vinden dat de beide clubs de krachten moeten bundelen. Een naam voor de nieuwe vereniging is al bedacht. „Hanzestad lijkt me wel wat“, zegt woordvoerder Aad van Wijnen.
Het is een paar dagen na de derby tegen Hoek. Een ontmoeting, waarin de jonge selectie van Kloetinge aangenaam verraste, maar Hoek uiteindelijk de winst pakte. De nederlaag heeft Aad van Wijnen, supporter en sponsor van Kloetinge, pijn gedaan. Nog pijnlijker is de gedachte dat aan het eind van het seizoen de betere spelers van Kloetinge wel weer eens weggehaald zouden kunnen worden, zoals in voorgaande jaren ook is gebeurd. „Bij ons krijgen de spelers de kans zich te ontwikkelen, waarna ze door de grote clubs in het amateurvoetbal worden weggeplukt“, constateert Van Wijnen. „Als een speler naar het betaalde voetbal gaat heeft dat mijn instemming, maar niet als ze naar een concurrent van ons gaan. Dat steekt.“ Bolwerken Hoek, Kozakken Boys, ASWH en Doto zijn door de jaren uitgegroeid tot bolwerken. Het zijn clubs, die zich gesteund weten door een grote schare aan sponsors en voor de hoofdmacht een aardig budget te besteden hebben. „Zo’n sterk collectief is in Goes ook te maken“, meent Van Wijnen. Voorwaarde is dat SSV en Kloetinge een huwelijk met elkaar aangaan. „Als de sponsorgroepen van beide clubs worden samengevoegd, heb je het al over 120 sponsors en praat je al snel over een bedrag van 150.000 tot 200.000 euro. Nou, en qua ledenaantal kom je op 1000, dan ben je één van de grootste verenigingen van Nederland.“ Van Wijnen heeft in Cor Klos, voorzitter van de sponsorstichting van SSV’65, een medestander gevonden. Gezamenlijk brengen ze de bal nu aan het rollen. Zo moet er in januari een commissie worden geformeerd, die onderzoekt of een samengaan of samenwerking tussen beide zaterdagclubs uit de gemeente Goes te realiseren is. „Kloetinge en SSV zullen moeten kiezen“, meent Van Wijnen. „Of een gezellige sociale club blijven, óf een gezellige sociale club worden die tevens hoog wil voetballen, dus uitgroeien tot een stabiele hoofdklasser. En als straks die topklasse er komt, moet je daar ook bij kunnen zijn.“ „Weet je, ik heb er moeite mee om dan weer een jaartje hoofdklasse te spelen en dan weer te degraderen. Het is ook fnuikend voor de technische staf om elk jaar je beste spelers te zien vertrekken. Elk jaar kunnen ze weer van vooraf aan beginnen. Dat speelt natuurlijk niet alleen bij Kloetinge, ook bij SSV zijn afgelopen seizoen belangrijke krachten vertrokken. Daarom moeten de bakens worden verzet.“ Nieuwe accommodatie Af en toe droomt staalhandelaar Van Wijnen al van hoofdklasser Hanzestad. Een fusieclub met 1000 leden, omringd door een grote groep geldschieters en vanaf 2009 spelend op een fonkelnieuwe accommodatie. „Ergens in de omgeving van motel Van der Valk“, voegt Van Wijnen eraan toe. „Kunnen we eindelijk eens op een echt veld gaan voetballen. Waar we nu op moeten voetballen is een belediging voor de club. In de hoofdklasse is Kloetinge vooral bekend vanwege zijn knollentuintje. Afschuwelijk.“ Het initiatief zal met veel scepsis ontvangen worden, beseft Van Wijnen. Beide clubs hebben hun eigen cultuur en de leden zullen niet meteen bereid zijn om samen te gaan. Er zullen ook mensen zijn die Van Wijnen en Klos voor gek verslijten en het plan meteen in de prullenbak gooien. „Ach“, haalt Van Wijnen zijn schouders op, „mijn hele leven is weerstand. Ik ben doodserieus en heb het beste voor met het voetbal, net als Cor Klos trouwens. En als mensen roepen dat ik gek ben, dan moet dat maar. De mensen die me goed kennen, weten dat ik geen zeepbellen maak en ook geen luchtkastelen bouw.“ De commissie moet in januari de fusieplannen voorleggen aan de sponsors van beide verenigingen. Daarna zullen de voorzitters van beide clubs geraadpleegd worden. „Als je mensen van de beide clubs afzonderlijk spreekt, zijn ze ervan overtuigd dat er iets moet gebeuren“, stelt Van Wijnen. „Maar daar blijft het dan ook bij. Vervolgens is het ja maar, of ze zeggen dat het nog wel een keer komt. Daarom moeten de besprekingen onder begeleiding van de commissie worden gevoerd. Anders blijft het bij ambtelijk gelul en wordt alles weer op de lange baan geschoven. Er moet nu eindelijk eens iets gebeuren.“ „Ik vind dat er een keuze gemaakt moet worden, op een democratische manier. Als er dan uiteindelijk wordt gekozen voor die leuke sociale, gezellige club kan ik daar vrede mee hebben. Dan is er in elk geval gekozen, alleen wordt mijn positie dan anders. Dan trek ik me terug als sponsor. Ik ben 99 procent supporter en één procent zakenman, maar ik ben wel te veel zakenman om dat dan te kunnen accepteren. Als je zaken doet, wil je namelijk ook slagen.“