Een elftal met mentale hardheid
31 augustus 2007
In de Pers
Het tijdperk van Mark Wotte bij de KNVB wordt niet echt als succesvol beschouwd. De trainer, die vorig seizoen met RKC uit de eredivisie degradeerde en nu werkzaam is bij Al-Ahly in Qatar, had van 2000 tot 2002 een bureau in Zeist staan.
"Sommige trainers zien het werken in Zeist vooral als opstapje", deelde Foppe de Haan onlangs een sneer uit naar Wotte. In het seizoen 2001/2002 had Wotte onder meer Oranje onder 18 onder zijn hoede. Omdat voor die generatie geen EK of WK voor de deur stond, en er dus geen kwalificatie gespeeld diende te worden, bleef het bij vijf oefenwedstrijden. Wotte doet voor die duels een beroep op in totaal 31 spelers. Vijf van hen zijn er iedere keer bij: Sergio Hellings (Ajax), Stijn Schaars (Vitesse), Martijn Barto (Heerenveen), Moaad Elaakel (FC Utrecht) en PSV'er John Schot.
In het seizoen dat Oranje onder 18 oefent tegen Tsjechië, Zwitserland, Turkije, Denemarken en Polen, gaat het grote Nederlands elftal keihard onderuit. Kwalificatie voor het WK wordt verspeeld, waardoor Oranje ontbreekt op het WK. In zijn terugblik op het seizoen van Oranje onder 18, houdt Wotte rekening met die miskleun. Hij prijst de mentale hardheid van zijn eigen ploeg. "Deze lichting van onder de achttien jaar kent wat talent betreft geen uitschieters, maar is wel bereid te knokken. Dat is soms net zo belangrijk als techniek en kwaliteit. In de jeugd hebben we besloten voortaan ook op mentaliteit te selecteren. Ik vind namelijk dat je altijd supergemotiveerd moet zijn om voor een Nederlands elftal te spelen."
Ruim vijf jaar later zijn de woorden van Wotte op z'n minst opmerkelijk te noemen. Wat talent betreft geen uitschieters? En dat terwijl je spelers als Stijn Schaars en Wesley Sneijder tot je beschikking hebt. Voetballers die inmiddels respectievelijk aanvoerder van AZ en middenvelder bij Real Madrid zijn. "Sneijder is echt de beste voetballer waarmee ik ooit samen heb gespeeld", kijkt John Schot terug. Van de basiself tegen Zwitserland, waarin Schot samen met Schaars en Sneijder het middenveld vormde, is de Tholenaar één van de drie spelers die nu bij een amateurclub spelen. De overige acht lopen nog allemaal in het profvoetbal rond. Reinhard Breinburg, Lorenzo Rimkus en Sergio Hellings voetballen niet op het hoogste niveau, de overige vijf spelers wel. Boy Waterman is dit seizoen weer de nummer één bij AZ. De doelman werd in juni Europees kampioen met Jong Oranje en werd al twee keer door Marco van Basten opgenomen in voorselecties voor interlands van het Nederlands elftal. Arnold Kruiswijk is als linker centrale verdediger een zekerheidje voor FC Groningen-trainer Ron Jans. De Europese titel met Jong Oranje was voor hem de tweede op rij.
Het verhaal van Michael Jansen kent veel minder hoogtepunten. De linksback brak op achttienjarige leeftijd door bij Vitesse, maar op 15 mei 2005 raakte hij tijdens Vitesse-Ajax korte tijd buiten bewustzijn. Jansen bleek een hartritemstoornis te hebben bij maximale inspanning. De afgelopen twee seizoenen kwam hij daardoor niet in actie. Vorige week onderging hij uitgebreide testen in Amsterdam, waarna hij van zijn cardioloog te horen kreeg dat hij weer mag voetballen.
Stijn Schaars was vorig jaar aanvoerder van Jong Oranje tijdens het gewonnen EK in Portugal. Hij speelde tot nu zes interlands voor het Nederlands elftal. Schaars voetbalde dit seizoen nog niet vanwege een slepende blessure.
De speler van Oranje onder 18 uit het seizoen 2001/2002 die het voorlopig het verst heeft geschopt is Wesley Sneijder. Real Madrid maakte onlangs 27 miljoen euro voor hem over naar Ajax. Sneijder speelde tot op heden 36 A-interlands en scoorde daarin zes keer.