Dat slappe eerste kwartiertje moet er uit als je kampioen wilt worden

De belangstelling is er altijd geweest. Als dan een instituut als Rijnsburgse Boys op je weg komt, is de keuze niet zo moeilijk." Al op zeer jonge leeftijd wist Verdonkschot dat hij na zijn voetbalcarrière trainer zou worden. Amper 22 jaar oud en dan al in het bezit van de papieren Oefenmeester 2 en 3. Dat is niet voor velen weggelegd. In de praktijk betekende dat trainen en voetballen. "Bij EDO ben ik drie jaar jeugdtrainer geweest en ook verantwoordelijk voor de jeugdopleiding, terwijl ik nog in het eerste speelde. Op een bepaald moment werd dat te zwaar en heb ik me alleen nog met voetbal op hoofdklasse-niveau beziggehouden. Toen ik 34 werd, vond ik het mooi geweest en heb me volledig op het trainersvak gestort. Via Haarlem, waar ik trainde onder Otto en Bonsink, kwam ik na advies van voormalig Rijnsburg-trainer Henk Wisman bij Rijnsburgse Boys terecht. Ik heb Ed Bos gebeld en na een aantal gesprekken waren we eruit." "Het was voor mij een enorm groot voordeel dat het halverwege vorig seizoen al rond was. Daardoor heb ik veel wedstrijden kunnen zien en dat is toch een voordeel. Je weet al gauw welke posities je wilt versterken. Nu is het hier niet de gewoonte een lading spelers te halen, maar te kijken naar kwaliteit en behoefte. Zo ben ik tevreden over de nieuwelingen Raymond Kolder, Frankie Zinhagel, Joost Kuhlmann, Dennis Groot en Michel Kok." Als voorbeeld noemt hij Kuhlmann. "Het is toch geweldig als je ziet dat hij vorig seizoen nog in de derde klasse speelde en nu snel zijn draai heeft gevonden. Zijn balvastheid en onberekenbaarheid maken hem nu al belangrijk voor Rijnsburgse Boys. De groep heeft dit soort jongens goed opgevangen. De routine zorgt met de kwaliteiten voor een goed geheel." Verdonkschot heeft absoluut geen reden tot klagen met zijn selectie van achttien. "Die is van een gelijkwaardig niveau en een wissel is absoluut geen verzwakking." Toch vertoonde de prestatiecurve in de eerste helft van de competitie wel veel pieken en dalen. Vooral thuis laten de Boys veel punten liggen. Opvallend: in de zeven thuisbeurten werden slechts zes punten behaald, terwijl in evenveel uitwedstrijden de teller al op zeventien staat. Ook begint het elftal vaak slap. "Dat zal er echt uit moeten als je kampioen wilt worden. Het is al te vaak gebeurd dat een halfdrie-wedstrijd voor ons pas om kwart voor drie begon. Het absolute dieptepunt waren de wedstrijden tegen Scheveningen (1-3) en Kloetinge (1-4)." Toch is de algemene indruk positief. Met als hoogtepunten de Amstel Cupwedstrijd tegen Telstar en de 3-1 tegen Noordwijk. "Over de uitwedstrijden heb ik een beter gevoel. Zo hebben we nog niet verloren. Ik kijk met genoegen terug op de 3-0 winst in Hoek. Dat was een week na de kaakslag tegen Scheveningen. Je kon zien dat de ploeg de draad weer fantastisch wist op te pakken. Op dat moment zit je als trainer te genieten op de bank en krijg je de bevestiging dat er heel veel mogelijk is." Verdonkschot, die ook nog een baan van achttien uur heeft, ziet de tweede competitiehelft met vertrouwen tegemoet. Rijnsburgse Boys staat weliswaar zevende, maar de achterstand op koploper ASWH is slechts twee punten. "Het is een enorm sterke competitie. Iedereen kan van iedereen winnen. Wie er kampioen wordt? Ter Leede, ASWH, Hoek, Quick Boys en wij zijn toch de kanshebbers. Maar je moet niet raar opkijken als er iemand anders met de prijs aan de haal gaat." Als Rijnsburgse Boys de hoofdprijs pakt, is het mogelijk dat dat niet op het eigen 'Middelmors' gebeurt. "Begin april gaat hier de boel plat en wordt er een nieuwe tribune neergezet. Met alles erop en eraan. Uniek voor het amateurvoetbal. Het betaalde voetbal zal er jaloers naar kijken. Zelf ga ik me volgend jaar inschrijven voor de cursus coach betaald voetbal. De tijd zal leren wat er dan verder gebeurt. Vooralsnog is Rijnsburgse Boys voor mij het belangrijkst." Dat werd eerder deze week onderstreept met het bericht dat Rijnsburgse Boys en Ted Verdonkschot het contract met een jaar verlengen. Tekst: Nico van den Eykel